Wednesday, April 9, 2025

4 Word Club: David

 DAVID  4 woord club Nederlands

Marleen Schönthaler

1 Sam 16:  Samuel gezalfde David

 

Olie

v Gesprekje over olie: waar komt het vandaan, waar haal je  het, hoe gebruik je het?

v Bak iets met olie.

 

Ga

v  Letter Game F2 Run and Do

v  Start Game H2. Bespreek het woord gaan. Maak een verhaaltje met gaan.

 

Voor ogen

v  Start Game B4a

v  Start Game B5

 

Hij is het*

v  Start Game C6

v  Start Game C4

 

1 Samuel 16:  David speelt voor Koning Saul

 

Angst 

v  Gesprek met schrijven:  woorden die bij angst horen opnoemen en opschrijven.

v  Een angstige situatie vertellen. (Start Games A  of X)

 

Tokkelen

v  Muziekles, leer gitaar spelen of wat voorhanden is.

v  Start Games Repeat the rhythm

v  Gesprekje over talenten:  David kon goed tokkelen op een harp, wat kan jij? 

 

David

v  Schrijf je naam op een papier. Wie een l heeft, gaat daar staan, enzvoort. Gebruik eerst de letters in de naam DAVID.

v  Iedereen krijgt een letter van David,  Isai of Saul. Vertel het verhaal van die persoon en teken het.

 

Dienaar*

v  Hoe kan je iemand helpen? David droeg Saul zijn wapens, Isai liet brood bakken, wat deed jij of zou jij kunnen doen?

v  FUNdament 7.3:  Samen iets zwaars dragen.

 

1 Samuel 22:  Jonathan en David

 

Verbond*

v  twee F 5 ,F6

 

Feestmaal

v  Gesprekje: wat is echt lekker eten, geschikt voor een feestmaal?

v  Baak of kook iets

 

Waar

v  Start Game D4

v  FUNdament 11.3

 

Weg (gone)

v  FUNdament 11.3

v  FUNdament 11.6

 

 

1 Samuel 24  David heeft Saul niet gedood

 

Grot

·        Aardrijkskundelesje: wat is een grot¸laat een plaatje zien

·        Hide and seek spelen SSG

·         

Behoefte 

·        Hygiene lesje: wat doe je allemaal alleen, dat hoeft niemand te zien

·        Was allemaal je handen

Reep stof

·        FUNdament 3.2 3.3 kleren wassen

·        Start Games E4 patroon herkennen SG E4

Uitgekozen*

·        Start Games B4a

·        Math Game 3:  Take 3 Steps Forward

 

 

1 Samuel 25:  Abigail

 

Kunt missen

·        Je hebt er drie nodig, je krijgt er vijf hoeveel kan je missen?

·        Maak rekensommetjes, veel, weinig, genoeg, te veel, niets, te weinig hoeveelheidsmaten bak iets en noem de maten.

 

Muur rondom

·        FUNdament 18.4

·        FUNdament 18.6

 

Spijt: oorzaak – gevolg*

·        Kringgesprek: Hoe zeg je dat je ergens spijt van hebt? Had ik dat maar niet gedaan, als ik daat geweten had… Hier had ik niet op gerekend;  Ik heb er een puinhoop van gemaakt. Het leek een goed idee, maar dat was het niet.

·        Geef iedereen een papiertje met een zin. Oorzaak-zinnen: er zijn veel passen op de weg en ik stamp er lekker zo hard mogelijk in; Er moet een beetje water bij het deeg en ik houd de schaal zo bij de kraan zonder te meten; Mijn vriend doet onaardig tegen mij en ik gooi een steen naar haar; De was hangt buiten te drogen en ik gooi met modder.  het deeg is te waterig , mijn kleren worden vies, zij heeft bloed en wordt boos, de was wordt vies, speel na of leg de zinnen goed of praat erover

 

Mijn vrouw: Familiestamboom ren je rot/noem een vrouw (na Math Game 5)

·        Noem een man uit de bijbel of uit het dorp of mensen die bekend zijn in de maatschappij. Wie weet hoe z’n vrouw heet, rent naar X.

 

Prayer Time: 

*In elk set van 4 woorden zit een woord die naar Jezus verwijst. In dit geval:

Hij is het, verbond, zend, dienaar. Die woorden wordt aangegeven met een *.

No comments:

Post a Comment